Is uw kind bang voor het prikken, dan is het goed om hier al in de voorbereidingsfase aandacht te besteden.
- Als u denkt dat uw kind bang is voor het prikken. Denk dan nu al samen met uw kind na over hoe u
hiermee omgaat en wat u en uw kind hierbij kan helpen. Denk bijvoorbeeld na over manieren om uw
kind af te leiden tijdens de
prik of over belonen als het goed gaat.
Wilt u meer informatie over omgaan met prikangst kijk dan op de pagina “Meer informatie?” of lees er meer over in het hoofdstuk “wil uw kind niet prikken?”. - Als u weet of ziet dat uw kind prikangst heeft, trek dan al voor de start van de behandeling aan de bel bij het ziekenhuis. Starten met prikken als uw kind er erg bang voor is, kan prikangst verergeren.
- Als u zelf last heeft van prikangst, prikweerstand of het prikken gewoon eng vindt, geef dit dan op tijd aan bij de zorgverlener, wanneer uw kind hier niet bij is. Kinderen zien en voelen uw angst bij het prikken en kunnen die angst overnemen. Samen met de zorgverlener kunt u dan kijken wat de beste aanpak is om uw angst niet over te dragen aan uw kind.
Wat is prikangst en prikweerstand?
Als uw kind niet wil prikken, is het belangrijk om de oorzaak hiervan te achterhalen. Het verschil tussen prikangst en prikweerstand zit vooral in de oorzaak van het verzet tegen de prik. Bij prikangst is het kind echt bang voor de prik zelf, bijvoorbeeld de naald en het idee dat het zeer doet. Bij prikweerstand wordt het verzet vaak niet zozeer veroorzaakt door de prik of naald zelf, maar door alles eromheen.
Prikweerstand bij kinderen
Prikweerstand kan verschillende oorzaken hebben en soms is het lastig te achterhalen waarom uw kind last heeft van prikweerstand. Veelvoorkomende oorzaken zijn:
- Vreemde mensen/plekken (zoals het ziekenhuis)
- De druk van een succesvolle behandeling
- Ongeduld en irritatie (bij zowel kind, ouder als zorgverlener)
- Acceptatieproblemen van ziekte en/of behandeling bij ouder of kind, of niet begrijpen van het “hoe en waarom”
- Het gevoel dat de behandeling wordt opgedrongen
Al deze (en andere) oorzaken kunnen ertoe leiden dat uw kind niet meer wil prikken, vooral als het prikken door het onderdrukken van de weerstand steeds vervelender wordt. Sowieso zijn kinderen angstiger voor prikken en naalden dan volwassenen en vinden ze de prik ook vaker pijnlijk. Dit alles bij elkaar genomen kan uiteindelijk leiden tot negatieve emoties en gedragsmoeilijkheden bij uw kind.
Prikangst bij kinderen
Prikangst is echt angst voor een medische handeling waarbij een naald gebruikt wordt om te prikken. Soms is de angst enkel voor een bepaalde handeling, zoals bloed afnemen of het injecteren van vloeistof, zoals bij een vaccinatie, maar soms kan ook het doorprikken van een blaar dezelfde angst opwekken.
Prikangst kan toenemen en afnemen door verschillende oorzaken die voor bijna iedereen gelden:
Prikangst neemt af door:
- Routine met de medische handeling
- Vertrouwen in / bekendheid met de zorgverlener
- Meer kennis over de aandoening en behandeling
- Meer verantwoordelijkheidsgevoel over het eigen welzijn.
- Gevoel van controle over de medische behandeling en eigen symptomen.
Prikangst neemt toe door:
- Misprikken, bijvoorbeeld door moeilijk aan te prikken vaten of verkeerde techniek.
- Vasthouden door meerdere personen.
- Niet gehoord worden door de zorgverlener (die niet luistert of overlegt)
- Negatief gevolg van prikken zoals: pijn door misprikken of een allergische reactie op medicatie.
- Duur van de behandeling.