Bij de voorbereiding heeft u waarschijnlijk al een of meerdere keren geoefend met het geven van de prik, bijvoorbeeld bij uzelf, op een sinaasappel of een pop. Ook hebt u misschien de zo-doen-we-het-kaart ingevuld, samen met uw kind, om te bespreken hoe, wanneer en door wie de prik gegeven wordt. Als u dit nog niet gedaan heeft, is het moment voor de eerste prik misschien een goed moment om dit alsnog te doen.
Hieronder vindt u nog wat ander tips voor de eerste keer prikken:
- Oefen eerst zelf met de procedure. Vaak is de eerste keer dat u samen gaat (oefen)prikken al spannend genoeg en kunt u de praktische zaken het beste zoveel mogelijk onder de knie hebben. Ook als uw kind zelf gaat prikken, kunt u door eerst zelf te oefenen uw kind op weg helpen.
- Vooral bij kleinere kinderen kan het helpen om de procedure voor te doen met behulp van een pop of knuffeldier. Zo kunt u kort en bondig, stap voor stap uitleggen wat er gaat gebeuren. Als u daadwerkelijk gaat prikken, kunt u weer teruggrijpen op deze uitleg: “Weet je nog? Net als we bij Beer hebben gedaan.”
- Vraag tijdens de instructie, die meestal gegeven wordt bij de eerste toediening, of u of uw partner zelf een keer geprikt kan worden (uiteraard zonder groeihormoon). Als uw kind ziet dat u niet bang bent en geen pijn heeft, zal de eerste toediening ook minder eng zijn. Hierbij is wel van belang dat u zelf niet angstig of gespannen bent, anders draagt u juist de verkeerde emotie over.
- Overweeg in de eerste week waarin echt geprikt wordt een beloningsstrategie. Door uw kind te belonen, kan uw kind het prikken met iets positiefs associëren. Als het gewerkt heeft, kunt u na de eerste succesvolle week stoppen of afbouwen.
- Als u ziet dat uw kind erg angstig is voor de prik, trek dan aan de bel bij het ziekenhuis. Starten met prikken als uw kind er erg bang voor is, kan prikangst verergeren.
- Overweeg of en welke vorm van afleiding goed zou werken bij uw kind.