Groeicurve en groeidiagram

Het groeidiagram maakt duidelijk welke lichaamslengte als normaal kan worden beschouwd binnen een bepaalde bevolkingsgroep. Door de meetresultaten van uw kind in het groeidiagram in te vullen, ziet de arts direct of uw kind een normale lengte heeft.

Groeiboekje

Een medewerker van de Jeugdgezondheidszorg meet uw kind. De resultaten worden ingevuld in een groeidiagram. Waarschijnlijk kent u het groeidiagram wel: het staat onder meer afgebeeld in het Groeiboekje dat u krijgt bij uw eerste bezoek aan het consultatiebureau. Ook via internet kunt u een groeiboekje bijhouden. Vaak via een inlogcode dat u via het consultatiebureau krijgt.

Hieronder ziet u een voorbeeld van zo’n groeidiagram. In dit geval gaat het om het groeidiagram voor jongens tot 21 jaar. Op de ene as ziet u de leeftijd van het kind, op de andere as de lengte van het kind.

Groeidiagram - Groeicurve van gemiddelde lengtes van jongens met een leeftijd tussen 1 en 21 jaar

Groeicurven

In het diagram staat een aantal lijnen. Bij de middelste lijn staat ‘gemiddeld’, bij de andere lijnen staan cijfertjes (+2,5, +2, +1, -1, -2, -2,5, -3). Deze lijnen zijn groeicurven. De nullijn geeft de gemiddelde lengte weer.

Als u de meetresultaten van uw kind met elkaar verbindt, krijgt u de persoonlijke groeicurve van uw kind te zien. De groeicurve van de meeste kinderen valt binnen de twee lijnen waarbij +2 en -2 staat. Dit heet ook wel het ‘normale gebied’.

Andere groeidiagrammen

Er zijn ook groeidiagrammen voor gewicht, hoofdomtrek en Body Mass Index (BMI): de verhouding tussen lengte en gewicht. Ook zijn er groeidiagrammen voor ongeboren kinderen: hiermee kan de ontwikkeling in de baarmoeder in kaart worden gebracht.

“Het eerste jaar hield ik alles nog netjes bij. Ik maakte foto’s en plakte ze in. Ik schreef zijn eerste woordjes op en noteerde op welke dag zijn eerste tandje doorkwam. Zijn lengte hield ik ook bij, eerst in een schriftje, later tegen de deurpost. Maar het zakt weg, dat hoor ik van iedereen. De fotoboeken worden ieder jaar dunner. Daarom ben ik heel blij dat er zo’n instelling is die het allemaal voor me bijhoudt. Natuurlijk had ik zelf ook wel het gevoel dat hij niet goed groeide, maar omdat ik het niet gemeten had wist ik het niet zeker. Ik kon alleen op zijn kleren afgaan: het viel me op dat ik nooit meer nieuwe kleren hoefde te kopen. Nou ja, bij de schoolarts werd in een keer duidelijk waarom. Je zag die groeicurve gewoon enorm afbuigen.”

Gemiddeld

De middelste lijn (of nullijn) in het groeidiagram is de gemiddelde lengte. Natuurlijk zijn er maar weinig kinderen die precies een gemiddelde lengte hebben. De meeste kinderen zijn een paar centimeter langer of korter.

Stel dat alleen bekend was wat de gemiddelde lengte is (voor een bepaalde leeftijd). De arts zou de lengte van uw kind dan nog steeds niet goed kunnen beoordelen. Want wat als uw kind tien centimeter onder het gemiddelde zit: is dat nou wel of niet te klein? De arts moet kunnen beoordelen welke afwijking van het gemiddelde nog als normaal kan worden beschouwd.

Spreiding

In het groeidiagram wordt gewerkt met de standaard deviatie (SD). Dit is een term uit de statistiek, die aangeeft hoe groot de normale spreiding is rond het gemiddelde. Boven de gemiddelde curve liggen de curven +1, +2 en +2,5 SD, eronder liggen de curven -1, -2 en -2,5 SD.

Een gemiddelde lengte is een lengte die precies samenvalt met de nullijn (of middelste lijn). Een normale lengte is een lengte die ligt tussen de groeicurven waarbij +2 en -2 staat. Het merendeel van de bevolking (ruim 95%) voldoet daaraan.

De P-waarden die u langs de horizontale lijn ziet staan, geven aan hoeveel procent van de kinderen zich op die groeilijn bevinden. In de wiskunde worden deze lijnen percentiellijnen genoemd. Heeft uw kind bijvoorbeeld een waarde van P16, dan behoort uw kind tot de zestien procent van de Nederlandse kinderen die dezelfde lengte en leeftijd heeft.

Gemiddelde is afhankelijk van de groep

Voor verschillende bevolkingsgroepen zijn er verschillende groeidiagrammen. Nederlanders zijn de langste mensen ter wereld. Voor mensen uit andere landen liggen de meetwaarden veel lager. Daarom zijn er speciale groeidiagrammen voor kinderen van Marokkaanse en Turkse afkomst.

Ook zijn er aparte groeidiagrammen voor jongens en meisjes. Het groeipatroon van jongens en meisjes verloopt anders.

Bij sommige primaire groeistoornissen zijn aparte groeidiagrammen gemaakt. Zo kan de arts beoordelen of er naast de primaire groeistoornis mogelijk nog sprake is van een andere, secundaire groeistoornis.

Standaard deviatie score

Met behulp van het groeidiagram kan de arts de standaard deviatie score van uw kind vaststellen. Die score zegt iets over de lengte van uw kind ten opzichte van het gemiddelde.

Kleiner of groter dan gemiddeld

Iemand met een gemiddelde lengte heeft een standaard deviatie score van 0. De gemeten lengte ligt op de middelste lijn in het groeidiagram.

Iemand die kleiner is dan het gemiddelde, heeft een negatieve standaard deviatie score. Bijvoorbeeld: een jongen van 19 die 176 centimeter lang is, heeft een standaard deviatie score van -1 (zie het groeidiagram). De jongen is weliswaar kleiner dan gemiddeld, maar zijn lengte valt toch binnen het normale. Officieel is er pas sprake van een kleine lichaamslengte als de score onder de -2 SDS ligt.

Iemand die groter is dan het gemiddelde, heeft een positieve standaard deviatie score (bijvoorbeeld +1 SDS).

Formule

De standaard deviatie score kan worden uitgerekend met behulp van een formule:

lengte - gemiddelde lengte voor leeftijd en geslacht
standaard deviatie voor leeftijd en geslacht

In bovenstaande formule ziet u de term ‘standaard deviatie voor leeftijd en geslacht’. Dit is de afstand tussen de middelste lijn en de lijn waar -1 SDS bij staat. Hoeveel centimeter dat is, verschilt per leeftijd en per geslacht.

Bijvoorbeeld: een eenjarig kind met -1 SD wijkt minder centimeters af van het gemiddelde dan een elfjarig kind met -1 SD. Dit is op het groeidiagram goed te zien. Bij het groeidiagram staat meestal een tabel met standaard deviaties voor leeftijd en geslacht.

Score is direct zichtbaar in groeidiagram

Het groeidiagram is zo handig omdat het in een oogopslag duidelijk maakt wat de standaard deviatie score is.

Waarom een score berekenen?

Misschien vraagt u zich af waarom het nodig is om deze standaard deviatie score te berekenen. Mogelijk komt het op u over als onduidelijk gegoochel met cijfertjes. Voor artsen is de standaard deviatie score echter een handig hulpmiddel.

  • De score maakt direct duidelijk in hoeverre de lengte afwijkt van wat ‘gewoon’ of ‘normaal’ is. De arts kan de lengte van uw kind vergelijken met die van leeftijdgenoten, zonder eerst zelf nog te moeten rekenen.
  • Ook wordt duidelijk hoe de groei zich in de loop van de tijd ontwikkelt. Als de groeicurve van uw kind ineens sterk afbuigt, kan dit een teken zijn dat er iets niet in orde is.
  • Bovendien vormen de scores een houvast voor de arts bij het doorverwijzen. Artsen hebben hier onderling afspraken over gemaakt.

Een ander voordeel: de lengte van uw kind kan ook worden vergeleken met die van kinderen van een ander geslacht, een andere leeftijd en een ander ras. Dit is vooral handig voor wetenschappers.

“Mijn studenten leg ik wel eens de volgende vraag voor. Wie is er langer: mijn vrouw of ik? Ik ben 163 centimeter, mijn vrouw is 160 centimeter. Het goede antwoord? Mijn vrouw is natuurlijk langer! Zij heeft een standaard deviatie score van -1,5, ik van -3. Dat is het handige van die standaard deviatie: je kunt alles met elkaar vergelijken. Appels met peren, olifanten met muggen. Zo kan je bijvoorbeeld uitrekenen dat een rat van 40 kilo groter is dan een olifant van 400 kilo.”

Hulpmiddel

De groeicurven zijn voor de arts dus een handig hulpmiddel: de arts kan redelijk snel beoordelen hoe uw kind groeit. Vanzelfsprekend vormen de groeicurven alleen een leidraad, ze zeggen niet alles.

De arts houdt ook rekening met andere zaken, bijvoorbeeld met de streeflengte en de puberteitskenmerken. Ook deze ziet u genoemd staan in het groeidiagram. Deze onderwerpen komen hierna aan bod.