Wmo

De kosten van de AWBZ mogen niet te hoog oplopen. Daarom wil de overheid graag dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen en zo veel mogelijk meedoen in de samenleving. Als u hierbij hulp nodig heeft, kunt u uw gemeente om ondersteuning vragen – op grond van de Wmo-regeling.

IS_278.jpg

Wat is de Wmo?

Een ziekte, een handicap of ouderdom kan in het dagelijks leven tal van praktische problemen opleveren. U kunt bijvoorbeeld het huishouden niet goed meer doen of u kunt niet goed lopen, waardoor u geen boodschappen meer kunt doen en geen afspraken buiten de deur kunt maken.

Dit soort problemen zijn vaak redelijk eenvoudig op te lossen. Hulp bij het huishouden kan ervoor zorgen dat het huishouden blijft reilen en zeilen, een scootmobiel stelt u in staat om boodschappen te doen en vrienden te bezoeken. Zonder huishoudelijke hulp of scootmobiel zouden uw problemen al snel uit de hand lopen: u zou bijvoorbeeld niet meer zelfstandig kunnen blijven wonen.

Via de Wmo kunt u een vergoeding krijgen voor dit soort voorzieningen: voorzieningen die u helpen om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen deelnemen aan de samenleving.

Wat vergoedt de Wmo?

Kort gezegd komt het erop neer dat u via de Wmo een vergoeding kunt krijgen voor alle ondersteuning in en om het huis, zoals aanpassingen in de woning, huishoudelijke hulp en vervoersvoorzieningen.

Ook ondersteunt de Wmo zaken als mantelzorg (hulp van familie en vrienden), vrijwilligerswerk en voorlichting. Deze kunnen er immers ook toe bijdragen dat u langer zelfstandig blijft.

Woonvoorzieningen

U kunt in aanmerking komen voor een woonvoorziening als u door uw ziekte of handicap wordt beperkt in het normale gebruik van uw woning. Voorbeelden van woonvoorzieningen zijn vergoedingen voor inrichting of verhuizing, woningaanpassingen van bouwkundige aard (bijvoorbeeld een aangepaste badkamer) of woningaanpassingen van niet-bouwkundige aard (bijvoorbeeld rolstoeltapijt of de vervanging van vloerbedekking voor laminaat).

Hulp bij het huishouden

Als u door ziekte of handicap niet goed in staat bent het huishouden te voeren, kunt u in aanmerking komen voor hulp bij het huishouden. Denk hierbij aan taken als wassen, strijken, koken, maar ook bijvoorbeeld aan de organisatie van het huishouden. Als u een partner heeft die het huishouden kan verzorgen, krijgt u over het algemeen geen hulp bij de huishouding.

Vervoersvoorzieningen

Als u door uw beperking niet in staat bent gebruik te maken van het openbaar vervoer, kunt u in aanmerking komen voor een individuele vervoersvoorziening. Dit kan bijvoorbeeld een scootmobiel zijn, lokaal vervoer (taxi, bus) of een kilometervergoeding voor de eigen auto of bruikleenauto. Als uw gemeente in collectief aangepast vervoer voorziet, zal eerst gekeken worden of u hiervoor in aanmerking komt. Is dat het geval, dan kunt u geen individuele vervoersvergoeding krijgen. De gemeente kijkt naar wat in uw situatie de goedkoopte geschikte voorziening is.

Niet precies te zeggen

Het is niet precies te zeggen voor welke zaken u een vergoeding kunt krijgen: dit verschilt per gemeente. De gemeentes zorgen voor de uitvoering van de Wmo, en hierbij kunnen zij grotendeels zelf bepalen wat zij wel en niet vergoeden. Neem contact op met uw gemeente als u precieze informatie wilt.

Bij het bepalen van het beleid houdt de gemeente rekening met de plaatselijke situatie. In een uitgestrekte plattelandgemeente zijn bijvoorbeeld andere voorzieningen nodig dan in een grote stad. In een wijk waar veel ouderen en gehandicapten wordt om andere voorzieningen gevraagd dan in een wijk waar veel jonge gezinnen wonen.

Daarnaast kan de gemeente bepaalde voorwaarden stellen, bijvoorbeeld aan uw inkomen. Mensen met een hoger inkomen komen voor minder voorzieningen in aanmerking dan mensen met een laag inkomen. Ook kan er gekeken worden naar uw leefsituatie. Als uw partner bijvoorbeeld nog het huishouden kan doen, krijgt u waarschijnlijk geen vergoeding voor hulp bij de huishouding.

Het aanvragen van een Wmo-voorziening

U kunt een Wmo-voorziening aanvragen bij uw gemeente. Veel gemeenten hebben hiervoor een speciaal loket: het Wmo-loket.

Het is aan te raden vooraf advies te vragen over uw situatie, bijvoorbeeld bij MEE Nederland (www.mee.nl). De medewerkers van MEE zijn vaak goed op de hoogte van wat er in uw gemeente mogelijk is.

De gemeente beoordeelt of u recht heeft op een bepaalde voorziening. Ook gaat de gemeente na welke voorziening het beste bij uw situatie past.

Gemeente vraagt advies

De gemeente vraagt hiervoor wel advies aan een deskundige instantie. De gemeente kan de indicatie ook laten opstellen door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of een vergelijkbare organisatie. Bent u het niet eens met de beslissing van de gemeente, dan kunt u hiertegen een bezwaarschrift indienen.

Hoe krijgt u de vergoeding uitgekeerd?

Er zijn drie mogelijkheden:

  • U krijgt een tegemoetkoming in de kosten.
  • U krijgt de vergoeding in natura: u krijgt bijvoorbeeld een rolstoel.
  • U krijgt een persoonsgebonden budget (PGB). Dit betekent dat u een geldbedrag ontvangt waarmee u zelf ‘inkoopt’. U neemt bijvoorbeeld een huishoudelijke hulp in dienst. Achteraf moet u wel verantwoorden wat u met het geld heeft gedaan.

Eigen bijdrage

De gemeente kan eisen dat u meebetaalt aan de kosten: u betaalt dan een eigen bijdrage. De hoogte van de eigen bijdrage is onder meer afhankelijk van uw inkomen. De regels verschillen per gemeente.

Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) stelt de bedragen vast en int deze. Voor meer informatie: www.hetcak.nl.

In het kort

  • Als u ziek of gehandicapt bent, is het soms moeilijk om zelfstandig te blijven.
  • Bepaalde zaken kunnen ervoor zorgen dat u uw zelfstandigheid behoudt. Bijvoorbeeld: een traplift, hulp in de huishouding of een rolstoel. Of: hulp van een buurman of vrijwilliger.
  • Voor dit soort zaken, dus voor ondersteuning in en om het huis, kunt u een vergoeding aanvragen bij uw gemeente.
  • Het verschilt per gemeente voor welke zaken u een vergoeding kunt krijgen. Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden.